Historisch overzicht

Het Rekenhof en zijn voorgangers, de rekenkamers, hebben een rijke geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen, net zoals het gebouw waarin het Rekenhof sinds 1984 gevestigd is, het paleis van de graaf van Vlaanderen. Het gebouw waarin het Rekenhof gevestigd is en ook een belangrijk deel van het originele meubilair zijn eigendom van de Belgische staat. Het Rekenhof staat in voor het onderhoud en de conservatie ervan. Het Rekenhof is te bezichtigen bij bijzondere gelegenheden. Het opent ieder jaar zijn deuren ter gelegenheid van de nationale feestdag op 21 juli.

Hieronder vindt u een chronologisch overzicht van de geschiedenis van het Rekenhof als instelling, en van het paleis van de graaf van Vlaanderen, de huidige zetel van het Rekenhof. Het historisch overzicht is in belangrijke mate gebaseerd op Pierre Rion, Erik Aerts en Anne Vandenbulcke, Het Rekenhof. Geschiedenis van een controle-instelling. Tussen traditie en vernieuwing, Tielt, Lannoo, 1999.

Tijdlijn

  • Geschiedenis van het hof
  • Geschiedenis van het gebouw
  1. 1101

    12-14e eeuw

    De rekenkamers ontstaan in de middeleeuwen uit de curia regis, de onmiddellijke entourage van de koning die hem helpt zijn domeinen te beheren en het koninkrijk te besturen. Doordat de te behandelen dossiers complexer worden, ontstaan geleidelijk gespecialiseerde organen uit de curia: de prinselijke raad, het parlement en de rekenkamer.
    In 1190 regelt de Franse koning Filips August in een ordonnantie de voorlegging van de rekeningen van de overheid aan de koning. De Heilige Lodewijk bevestigt in 1256 de rol van de rekeningenambtenaren, die vanaf 1303 een aparte zaal in het justitiepaleis krijgen: de rekenkamer. De eerste oprichting als afzonderlijke koninklijke instelling gebeurt door koning Filips V de Lange, met de ordonnantie van Vivier en Brie in 1319-1320.
    Ook in het graafschap Vlaanderen, economisch een belangrijk gebied, ontstond in de middeleeuwen de behoefte aan een instelling die toezicht uitoefent op de staatsfinanciën. Zo deed Lodewijk van Nevers, graaf van Vlaanderen, omstreeks 1330 een beroep op rekenmeesters. Zijn opvolgers zetten die praktijk voort.

  2. 1407

    1407

    De plaats waar zich vandaag de gebouwen van het Rekenhof bevinden, werd al in de middeleeuwen bewoond. De buurt van het Balieplein, waar zich het paleis van de hertogen van Brabant bevond, oefende een grote aantrekkingskracht uit op de adel, die zich hier vestigde.
    In 1407 stond er een huis dat werd bewoond door Willem Blondeel, raadgever en kamerheer van Antoon van Bourgondië, aan wie Filips de Stoute het bestuur over Brabant had toevertrouwd.

  3. 1688

    1688

    In 1688 wordt het paleis verkocht aan Lodewijk Alexander Scockaert, graaf van Tirimont, die tal van belangrijke functies heeft aan het Spaanse hof en in het bestuur van de Zuidelijke Nederlanden. De graven van Tirimont blijven het paleis bewonen tijdens de hele Spaanse en Oostenrijkse periode en gaan het stelselmatig verfraaien.

  4. 1774

    1774

    Onder impuls van landvoogd Karel van Lorreinen wordt de wijk vanaf september 1774 geheel heraangelegd in neoclassicistische stijl, volgens de plannen van architect Barnabé Guimard de Larabe (1734-1805) en naar het voorbeeld van de Place Stanislas te Nancy.
    De douairière de Templeuve, zuster van de laatste graaf van Tirimont, draagt bij tot die renovatie. Zij laat in de periode 1775-80 het bestaande pand in Vlaamse stijl (met trapgevels enz.) verbouwen tot de herenwoning in neoclassicistische stijl die er vandaag - althans aan de buitenkant - nog hetzelfde uitziet als in die tijd.

  5. 1795

    1795-1815

    De Rekenkamer wordt afgeschaft. Het toezicht over de staatsfinanciën wordt gecentraliseerd in Parijs en uitgeoefend door het comité voor de staatsboekhouding, dat rechtstreeks verslag uitbrengt bij de parlementaire vergadering. Dit comité is de voorloper van de Cour des comptes, het Franse Rekenhof dat in 1807 onder Napoleon I werd opgericht.

  6. 1796

    1796

    In 1796 erft markies Paul Arconati-Visconti, de neef van de laatste graaf van Tirimont die in 1800 burgemeester wordt van Brussel, het Paleis Tirimont. Het komt nadien in handen van zijn neef Jozef en tot slot van Jean Arconati, afstammeling van een andere tak van de familie. Hij verhuurt het gebouw aan de stad Brussel. Die brengt er van 1834 tot 1839 het ministerie van Oorlog in onder en van 1861 tot 1866 de oude humaniora van het Koninklijk Atheneum in.

  7. 1830

    1830

    Na het uitroepen van de Belgische onafhankelijkheid schrijft het Voorlopig Bewind verkiezingen uit die plaatsvonden op 3 november 1830 voor een nationaal congres. Eén van de eerste maatregelen van dit congres is de oprichting, bij decreet van 30 december 1830, van een Belgisch Rekenhof. Deze nieuwe instelling past in een nieuwe institutionele logica. Het Rekenhof onttrekt zich aan de invloed van de uitvoerende macht en wordt in hoofdzaak een parlementair orgaan: het parlement stelt de leden van het Rekenhof aan en die voeren ook hun controle uit ten behoeve van het parlement. Het bestaan van het Rekenhof wordt definitief bekrachtigd door artikel 116 van de Grondwet, die op 7 februari 1831 werd afgekondigd.

  8. 1866

    1866

    In 1866 wordt het gebouw aangekocht door Filips, graaf van Vlaanderen en jongste zoon van koning Leopold I (1837-1905), die kort nadien trouwt met de Duitse prinses Maria von Hohenzollern- Sigmaringen (1845-1912).
    Het prinselijke paar onderneemt grootscheepse renovatie- en uitbreidingswerken, waarvoor het een beroep doet op de architecten Gustave Saintenoy (1832-1892) en Clément Parent (1823-1884).
    Het interieur van de noordvleugel uit de 18e eeuw wordt heringericht naar de mode van die tijd; een centraal gebouw en een zuidvleugel worden toegevoegd. Voor de binnendecoratie laat de graaf zich leiden door de adviezen van kunstschilder Jan Portaels (1818-1895).

  9. 1914

    1914-1918

    Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog moest het Rekenhof het paleis Spangen ontruimen omdat het werd opgeëist voor de Duitse dienst voor paspoorten. Na onderhandelingen met de bezetter, kon het Rekenhof zijn diensten onderbrengen in kantoren van het ministerie van Justitie op het Poelaertplein en in een gebouw dat gehuurd werd in de Wetstraat. Zo kon het voortwerken. In november 1918 kon het terugkeren naar het paleis Spangen.

  10. 1921

    1921

    In 1921 verkoopt koning Albert I het paleis aan de Bank van Brussel. Die behoudt de noordvleugel in zijn oorspronkelijke staat. De zuidvleugel wordt daarentegen aanzienlijk vergroot en omgebouwd tot kantoorruimte. Destijds bevonden zich hier de balzaal, het groot salon, het Venetiaans salon, de zaal van de wandtapijten, de grote bibliotheek van de graaf en de vertrekken van de prinsen.

  11. 1940

    1940-1945

    In tegenstelling tot tijdens de Eerste Wereldoorlog, kon het Rekenhof zijn kantoren aan het Koningsplein behouden.

  12. 1982

    1982

    In 1982 koopt de Regie der Gebouwen het gebouwencomplex aan om er het Rekenhof in onder te brengen. Dat had sommige van zijn diensten moeten decentraliseren omdat het Paleis Spangen aan de andere kant van het Koningsplein te klein was geworden.
    De diensten van het Rekenhof zijn sinds 1 januari 1984 allemaal samengebracht in het gebouw, dat het ter beschikking heeft van de Belgische Staat.

  13. 1984

    1984

    Het Rekenhof neemt zijn intrek in het paleis van de Graaf van Vlaanderen. De personeelsleden werken in de moderne zuidvleugel van het gebouw. De zittingen van het college van het Rekenhof vinden in de historische noordvleugel van het gebouw plaats.