Berekening van het wachtgeld bij disponibiliteit wegens ziekte

In zijn verslag aan het federale parlement stelt het Rekenhof problemen vast in de federale regelgeving over de berekening van het wachtgeld dat statutaire ambtenaren ontvangen wanneer hun statutair vastgelegde ‘ziektekrediet’ is opgebruikt. Het stelt ook vast dat die regelgeving niet steeds correct wordt toegepast door PersoPoint, het ‘sociaal secretariaat’ van de federale overheidsdiensten (FOD’s), dat deel uitmaakt van de FOD Beleid en Ondersteuning (BOSA). Dat geldt onder meer voor de toepassing van de waarborgbepalingen (het wachtgeld mag niet minder zijn dan de fictieve ziekte-uitkering én niet minder dan het fictieve (minimum)pensioen). Het Rekenhof besluit daarom dat er een structurele samenwerking moet worden opgezet met zowel het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) als de Federale Pensioendienst (FPD). Het is van oordeel dat deze aanbeveling wellicht ook in ruime mate geldt voor alle andere sociale secretariaten en HR-diensten van andere overheidsdiensten waarop dezelfde waarborgbepalingen van toepassing zijn.